Er wordt nooit iets
voortvarend beweerd of afgebeeld, het wordt op suggestieve wijze onthuld door
een bepaalde conclusie, een metafoor of eenvoudig een lege ruimte. Door gebruik
te maken van de macht van de suggestie betrekt de kunstenaar, evenals de leer
van de Wijzen dat deed, de toeschouwer in het
geheel en maakt hem één met de ritmes van de natuur en de wereld van het
innerlijke leven.
De vloeiende, ritmische
kwaliteit van de taoïstische kunst had ook betrekking op de altijd
veranderende, vergankelijke aard van de wereld, de voorbijgaande aard van
stemmingen en omstandigheden. De lege ruimte, waarvan zo effectief gebruik werd
gemaakt, stelt de innerlijke ervaring voor, en het daarvan gebruik maken
vereist volgens de Chinese kunstenaars meer gedachtewerk en zorg dan de
feitelijke penseelstreken; hierdoor vormt meditatie een essentieel onderdeel van
de gehele schilderkunst, ja, van de gehele kunst. Deze ‘leegheid’ is ook
ruimdenkendheid. ’Als een mens leeg is en onbevooroordeeld, zal alles zijn
wijsheid aan hem meedelen.
Leegheid is een allereerste vereiste voor ontvankelijkheid en daardoor wordt bepaald of men op het wereldlijke vlak überhaupt iets kan ontvangen of doorzien. Het is de leegheid van de lege beker, schaal of vaas waardoor ze een nuttig voorwerp is; het is de ruimte van deuren en vensters waardoor het licht naar binnen kan vallen en die toegang verlenen tot andere werelden. Hoewel ze door een omlijsting worden geschraagd, zijn het feitelijke nut en profijt gelegen in de leegheid ervan. Symbolisch gezien is de mens de omlijsting in wie, als hij geheel vol is van zichzelf, geen ruimte is voor iets anders en die daardoor het licht blokkeert, de beweging verhindert en geen ruimte laat voor de Tao.
Klei wordt tot vaten gevormd en vanwege de ruimte waarin zich niets bevindt, zijn wij in staat ze als vaten te gebruiken. Deuren en ramen worden in de muren van een huis uitgehakt, en omdat het lege ruimtes zijn, zijn wij in staat er gebruik van te maken.
Daarom kennen wij enerzijds de weldaad van het bestaan en maken wij anderzijds gebruik van het niet-bestaan. Leegheid, de Leegte, is het dualisme te boven gaan. Het is geen nihilistisch concept en het laat, net als yin en yang, geen of/of toe, geen vol of leeg. Tao veroorzaakt volheid en leegheid, maar is geen van beide. Het is een overvloed, de volheid van de voltooiing, het uiteindelijke doel van de verlichting, die symbolisch wordt voorgesteld door de lege cirkel; de Leegte waaruit alles voortkomt en waarnaar alles terugkeert.
De Ware Mens is leeg en is alles‚ hij is onbewust en is overal. Zo verenigt hij op mysterieuze wijze zijn eigen zelf met de andere kant ervan. Vereenzelvig je met de Oneindigheid. Maak een uitstapje naar de Leegte. Wend ten volle aan wat je van de Natuur hebt gekregen, maar verwerf daarnaast niets. Met andere woorden, wees leeg. Taoïsme en boeddhisme onderwijzen beide dezelfde leerstelling van de Leegte. Leegheid slaagt erin te verlichten en verlichting slaagt erin leeg te maken, is een boeddhistisch gezegde, maar het zou net zo goed van een taoïstische schrijver afkomstig kunnen zijn. Leegheid gaat de voorstellingswereld te boven en is in laatste instantie nodig om zelfs het denkbeeld eenheid, ja alle denkbeelden, te overstijgen om tot de Leegte te komen.
Uit Licht op Taoïsme van J.C. Cooper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten